A. Chest:
Meet rond het breedste deel van je borstkas, net onder je oksels en over het volste deel van je borst. Begin met meten vanaf 2 cm onder de armsgaten. Zorg ervoor dat het meetlint horizontaal blijft en niet te strak of te los zit.
B. Body Length:
Meet vanaf het hoogste punt van de schouder recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Houd het meetlint verticaal.
C. Sleeve:
Meet vanaf het schouderpunt langs de buitenkant van je arm naar de pols. Zorg ervoor dat je arm licht gebogen is tijdens het meten.
D. Back across:
Meet de afstand tussen de buitenste punten van je schouders, waar de schouderbotten eindigen. Dit wordt vaak horizontaal over de bovenrug gemeten.
E. Bicep:
Meet rond het breedste deel van je biceps met je arm ontspannen langs je lichaam. Zorg dat het meetlint niet te strak zit.